De geschiedenis van houten speelgoed
Speelgoed is al heel oud. Archeologen hebben bewijzen dat er zelf in de tijden van het oude Egypte al speelgoed was. Zo zijn er in graven kleine paardjes gevonden. Rond 1100 voor Christus werden door de Romeinen en Grieken houten objecten gemaakt wat als speelgoed diende. Men begon met het produceren van houten speelgoed rond 1500. In Duitsland waren destijds veel houtbewerkers en dan met name in Neurenberg. Daarom was Neurenberg ook de speelgoedstad van de wereld en nu nog steeds van Europa.
Productie
Niet alleen houtbewerkers maakten houten speelgoed, ook meubelmakers en houtdraaiers gingen speelgoed maken. Zij maakten bijvoorbeeld poppenhuizen en poppenmeubels, hobbelpaardjes, tollen en hoepels. Er werden ook grotere soorten speelgoed gemaakt door wagenmakers zoals trekwagentjes, kinderkruiwagens of sleeën. Het grotere speelgoed werd voornamelijk lokaal gemaakt, dit kwam door de hoge transportkosten. Het kleinere speelgoed werd in heel het Duitse rijk verhandeld. Later begon men het ook te exporteren naar buiten het Duitse rijk. Halverwege de 18e eeuw werd de export steeds groter en de handelaren gingen het assortiment bepalen. Ook stelden zij kwaliteitsnormen vast. Het speelgoed was aantrekkelijk om naar te kijken, het was in heldere kleuren geverfd en het had een mooie vormgeving. Het aanbod werd ook steeds ruimer en daardoor was het bereikbaar voor alle lagen van de bevolking. Tegen het eind van de 18e eeuw bestond het assortiment Duits houten speelgoed voornamelijk uit veel bont gekleurd speelgoed. Naast het al genoemde speelgoed, waren ook keukentjes, blokken, poppenkasten, schoolklasjes en zelfs paardenstallen verkrijgbaar. In de streken Thüringen en Saksen werden dit soort speelgoed veelal gemaakt. Met de opkomst van de industriële revolutie veranderde ook het soort speelgoed. Er werd meer en meer gewerkt met mechanica in speelgoed, zodat het zelf kon bewegen. In Frankrijk en Engeland werd toen al meer en meer speelgoed gemaakt van metaal gemaakt.
Pedagogie
In de 18e eeuw brachten filosofen een beweging tot stand. De Brit John Locke (1632-1704) en de Fransman Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) zijn de belangrijkste grondleggers voor de moderne pedagogie. Tot die tijd werden kinderen gezien als onvermogend tot leren en tegen de tijd dat ze 10 of 12 jaar waren, werden ze als meerderjarig beschouwd en verantwoordelijk voor hun eigen gedrag. Maar deze twee filosofen vonden dat kinderen een eigen belevingswereld hadden en dat hun opvoeding daarop aangepast moest worden. Spelen was een belangrijk deel bij het opgroeien en het aanleren van vaardigheden. De term ‘spelend leren’ werd een feit. Vanaf toen werd er goed nagedacht over het aanbod van speelgoed en wat een kind daarvan kon leren. Spelen werd een wezenlijk onderdeel van de opvoeding. Deze filosofie wordt nog altijd gevolgd.
Duurzaam en milieuvriendelijk
Houten speelgoed is duurzaam en milieuvriendelijk. Het gaat heel erg lang mee. Speelgoed gemaakt van plastic gaat vaak snel kapot en kan dan gevaarlijk zijn voor kinderen. Houten speelgoed is duurzaam omdat er weinig productieprocessen mee gemoeid zijn. Hout is een natuurproduct en hoeft niet erg gemanipuleerd te worden. Kunststof of plastic bestaat uit verschillende grondstoffen en is daardoor minder milieuvriendelijk. Speelgoed gemaakt van plastic of kunststof wordt vaak in massa geproduceerd, dat maakt dat houten speelgoed meestal duurder is. Houten speelgoed wordt vaker nog met de hand gemaakt of minder in grote massa’s en het gevold is dat het kostbaarder is. Toch zijn er een aantal aandachtspunten waarmee je rekening moet houden als je houten speelgoed gaat kopen. Als je het helemaal goed wilt doen en je bent een beetje handig, dan kun je houten speelgoed zelf maken. Dit lukt je niet met plastic speelgoed. Je maakt je kind dan wel écht gelukkig, omdat het over een uniek stuk speelgoed beschikt.
Bron: www.duurzaamspeelgoed.be