Subsidies voor gas dreigen innovatie te fnuiken

Milieuorganisaties Bond Beter Leefmilieu en Greenpeace vragen aan de federale regering en het parlement om het ondersteuningsmechanisme voor nieuwe capaciteit (CRM) tot een minimum te beperken. Daarnaast moet de steun toekomstgerichte oplossingen met de grootste milieuwinst voorrang geven op nieuwe gascentrales en mag dit niet wegen op de elektriciteitsfactuur van de consument. 

Sara Van Dyck van Bond Beter Leefmilieu: “We moeten vermijden dat een eenzijdige inzet op nieuwe gascentrales, innovatieve en toekomstbestendige oplossingen fnuikt. Door prioriteit te geven aan energiebesparing, hernieuwbare energie, vraagbeheer, opslag en de versterkte uitbouw van het elektriciteitsnet kunnen we op een milieuvriendelijke manier de onbetrouwbare kerncentrales vervangen en de bevoorradingszekerheid veilig stellen”. 

Jan Vande Putte van Greenpeace vult aan: “Ons geld verspillen aan levensduurverlenging van twee oude kerncentrales of aan overbodige nieuwe gascentrales dreigt niet alleen veel te kosten, het zet ons ook vast in het verleden. Volop investeren in innovatie met bestaande gascentrales als back-up, kost minder en opent de weg naar een betaalbaar en duurzaam energiesysteem.” 

De milieuorganisaties vragen om de kost van het (eventueel gebruik van een) CRM evenwichtig te verdelen tussen gezinnen en bedrijven en door te rekenen via fossiele brandstoffen in plaats van in de elektriciteitsfactuur. Enkel zo kan deze steun haar plaats krijgen in de transitie naar een klimaatneutrale energievoorziening.  

Kernuitstap nodig

De invoering van het CRM illustreert de gevolgen van een falend energiebeleid. Mede doordat onze beleidsmakers geen duidelijke keuzes maken en de kernuitstap keer op keer in vraag stellen, durft de energiesector niet te investeren in de broodnodige vervangcapaciteit. “De overheid moet in de eerste plaats die onzekerheid wegnemen door onverkort vast te houden aan de kernuitstap in 2025”, aldus Jan Vande Putte van Greenpeace. “De oude kerncentrales zijn onbetrouwbaar en het oplappen ervan zal ook handenvol geld kosten, subsidies die beter naar innovatie kunnen gaan. Die kernuitstap zorgt ervoor dat België het risico op een kernongeval wegneemt en de komende generaties niet langer opzadelt met meer kernafval.”  

Milieuwinst maximaliseren 

In de eerste plaats kan een grootschalig elektriciteitsbesparingsprogramma de nood aan bijkomende capaciteit beperken. Sara Van Dyck van Bond Beter Leefmilieu: “Door energiebesparing door te voeren bij de verlichting in scholen, ziekenhuizen en kantoren zouden we al de capaciteit van één kerncentrale kunnen uitsparen (1). Daarnaast moet een versnelde uitbouw van hernieuwbare energie de nood aan bijkomende capaciteit beperken. Jan vande Putte van Greenpeace: “De CREG toont aan dat een snelle uitbouw van de beloofde 4GW aan wind op zee, ondersteund door bestaande gascentrales als back-up, een reëel alternatief is voor nieuwe gascentrales. (2)” 

Binnen het CRM biedt de zoektocht naar nieuwe capaciteit de kans om maximaal te investeren in de oplossingen van de toekomst. Daarom vragen BBL en Greenpeace:

  • om decentrale oplossingen een kans te geven door investeringen in vraagsturing, opslag en warmtekrachtkoppeling prioriteit te geven,
  • ondersteuning niet langer dan 10 jaar te laten lopen om geen lock-in van klassieke gascentrales te creëren. 

Kosten eerlijk doorrekenen 

Om het maatschappelijk draagvlak voor de energietransitie te garanderen, is een transparante en evenwichtige doorrekening nodig van de kosten tussen gezinnen, KMOs en grote bedrijven. Sara Van Dyck vult daarbij aan: “De energietransitie betekent elektrificering. Door ons op een verstandige manier te verwarmen of te verplaatsen met hernieuwbare elektriciteit veroorzaken we geen luchtvervuiling meer en beschermen we het klimaat. Die elektrificering wordt momenteel afgeremd door de vele kosten in de elektriciteitsfactuur in vergelijking met die in de stookolie- of gasfactuur. De overheid moet die scheefgetrokken situatie rechtzetten door een verschuiving van de lasten naar fossiele brandstoffen.”